Behoud het goede van Nuenen

Nuenen, Gerwen en Nederwetten: drie dorpen in het groen tussen de steden Helmond en Eindhoven.

Nuenen ligt midden in de Brainportregio. De grootstedelijke dynamiek is altijd dichtbij maar tegelijkertijd ook ver weg. Dichtbij, omdat Eindhoven en Helmond met hun voorzieningen op een steenworp afstand liggen en goed bereikbaar zijn. Ver weg, omdat van de stedelijke hectiek weinig is te merken door de groene omgeving, die als buffer werkt.

Nuenen is een vitale samenleving die leeft en waarin mensen bereid zijn de handen uit de mouwen te steken, ook voor elkaar. Meedoen en bijdragen zijn vanzelfsprekend. De bewoners van Nuenen leven in het algemeen in goede gezondheid in een door groen omgeven samenleving, waarbij sociale contacten het leven verrijken. Dit alles leidt tot levendige dorpskernen waar gebouwen, openbare ruimten en groenelementen openlijk, maar niet opzichtig, getuigen van de rijke geschiedenis. Denk aan de nalatenschap van Van Gogh.

Onder kernen en landschap is de ontstaansgeschiedenis beschreven en de huidige situatie. Onder kernkwaliteiten is beschreven hoe de inwoners van Nuenen deze kwaliteiten ervaren en beleven.

Overslaan: Interactieve content (iframe)

De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.

Historische kaarten gemeente Nuenen, klik op een jaartal voor de historische kaart

1815 - Nuenen als historische kern: Goed ontsloten in het stedelijke netwerk. Duidelijke aanwezigheid van de Dommel en de Hooidonksche beek tussen twee hogere heidegebieden. De kernen Nuenen, Gerwen en Nederwetten zijn ontstaan op de hogere gronden tussen de beken, omgeven door voedselrijke landbouwgronden.

1900 - Eerste kleurenkaart: De ontginningen van het heidegebied worden zichtbaar. De kavels op de hoge en droge gronden zijn duidelijk groter verkaveld dan de kavels op de lage en natte gronden. Dit komt door de benodigde sloten en greppels voor de afwatering van de natte gebieden in het beekdal en broekontginningslandschap.

1980 – Ruilverkaveling: De ruilverkaveling leidt tot grotere kavels en meer efficiëntie. Een groot deel van het heidegebied is omgevormd tot productiebossen en akkers. Eindhoven groeit verder richting Nuenen, het beekdal van de Dommel is nog goed zichtbaar als groene ruimtelijke barrière tussen Nuenen-Eindhoven. Ook de kernen Nuenen, Gerwen en Nederwetten zijn flink uitgebreid, net als Buurtschap Eeneind en de bedrijventerreinen.

2019 - Groene gemeente in stedelijk netwerk: Eindhoven is tegen het Dommeldal aangegroeid en er is een stedelijk netwerk rondom Nuenen ontstaan. De woonkernen Nuenen, Nederwetten, Gerwen en buurtschap Eeneind zijn sterk uitgebreid, maar blijven omringd door een groene omgeving. Het bedrijventerrein ten zuiden van buurtschap Eeneind is flink uitgebreid en sluit hierdoor bijna aan op het bedrijventerrein ‘Spaarpot’ ten noorden van Geldrop.

Kernen

De huidige ligging van de kernen Nuenen, Gerwen en Nederwetten is bepaald door de landschappelijke ontwikkelingen uit het verleden. Aan de basis van de verstedelijkingen ligt het landschap, de aanwezigheid van zowel hoge en lage gronden en stromend water maakten deze omgeving interessant om nederzettingen te stichten. De relatie tussen de kernen en het landschap is nu nog steeds duidelijk aanwezig. Onder andere door het vele groen in de kernen, die de verbinding vormt tussen de woonkernen en het landschap.

Bovenstaande interactieve figuur geeft een aantal historische kaarten weer, waarop de historische ontwikkeling van Nuenen is te zien. Door op een jaartal te klikken, wordt de kaart van dat jaar getoond. De eerste bewoning vond plaats rond ca. 9000 voor Christus. De hoge gronden, tussen het beekdal van De Dommel en de Hooidonksche beek, waren zeer geschikt voor bewoning. Door de hogere ligging vormde overstromingen van de beken geen gevaar. Daarnaast is het aanwezige water één van de belangrijkste redenen waarom dit gebied geschikt was voor bewoning. Dit water was multifunctioneel, het werd gebruikt om te drinken, de akkers te bevloeien, als infrastructuur en diende ook als natuurlijke verdedigingslijn. Op de hogere verbindingen tussen de kernen ontstonden wegen, waaraan de kenmerkende lintbebouwing ontstond.

Nuenen

De kern Nuenen is ontstaan rond de oude brinken (open ruimtes in de kernen) van de buurtschappen Berg en Heieind. De bebouwing rond deze brinken ademt het historische karakter van deze locaties nog steeds. De oude structuren vanaf de brinken zijn in de huidige dorpsstructuur door de aanwezigheid van de oude bebouwing en laanbeplanting nog goed herkenbaar.

Onder invloed van Eindhoven en Helmond is de kern Nuenen de afgelopen tientallen jaren stapsgewijs gegroeid. In eerste instantie in westelijke richting in het kleinschalige dal van de Kleine Dommel. Later ook aan de zuidzijde richting Eeneind en de oostzijde richting de bosgebieden. Deze uitbreidingen vonden plaats rond het centrum van de kern, dat ondanks de groei haar historische karakter heeft behouden. Naast de historische bebouwing speelt groen (het Park Houtrijk, het Park in het centrum, Gerechtslinde, de algemene begraafplaats en het Reformatorische kerkje) hier een nadrukkelijke rol in.

De uitstraling van de dorpsranden is divers. De bebouwing is door historische paden en bosjes met het kleinschalige landschap verweven. Door de aanwezigheid van landerijen, bosgebieden en singel- en laanbeplantingen hebben de randen aan de oostzijde ook een aantrekkelijk groene uitstraling.

Grotere winkelpanden en andere voorzieningen als de middelbare school en het zwembad zijn in het centrum gelegen. Ten westen van de Opwettenseweg ligt het bedrijventerrein Berkenbos.

Gerwen

Gerwen is een zogenaamd 'kransakkerdorp': een dorpshart met rondom wegen en gehuchten. De oorspronkelijke structuur is nog goed herkenbaar. Kleine dorpse uitbreidingen hebben deze structuur niet aangetast. Er staan voornamelijk vrijstaande woningen op ruime kavels, die het dorp een groene en ontspannen sfeer geven. Ook de oorspronkelijk groenstructuur met 'plaatsen/brinken' (driehoekige groene ruimten), zoals aan ‘de Ruikert’ en ‘Torenakker’ zijn nog steeds aanwezig. Het dorp ligt nog vrij ten opzichte van de omliggende kernen.

Nederwetten

Nederwetten is een zogenaamd 'domeinakkerdorp': een groep boerderijen rondom een centraal gelegen boerderij, omgeven door een schildvormig omwald terrein. Ondanks de groei is de structuur nauwelijks veranderd. Ook hier staan voornamelijk vrijstaande woningen op ruime kavels, die het dorp een groen en ontspannen sfeer geven. Het dorp ligt nog vrij ten opzichte van de omliggende kernen. Aan de oostkant wordt Nederwetten begrensd door het natuurlijke Dommeldal.

Eeneind

Het buurtschap Eeneind is ontstaan als een zogenaamde 'stationsnederzetting': bij het inmiddels afgebroken stationnetje kwamen woningen en fabriekjes. Het spoor bepaalt sterk de structuur van de woonbebouwing, doordat het deze in tweeën splitst. Ten noorden van het spoor ligt de woonwijk. Ten zuiden van het spoor staan de restanten van de oude spoorbebouwing en ligt groen. Direct daarachter ligt de moderne industriebebouwing van bedrijventerrein Eeneind. De overgangen tussen het kleinschalig landschap, de woonbebouwing en industrieterrein zijn groot. Aan de zuidkant sluiten de bedrijventerreinen van Eeneind en Geldrop bijna op elkaar aan. Aan de oostkant van Eeneind ligt waardevolle natuur en landgoed Gulbergen.

De belangrijkste kwaliteiten van de kernen zijn:

  • Een dorpse omgeving, omsloten door groen – te midden van stedelijke agglomeraties;

  • Kenmerkende plaatsen/brinken en dorpspleinen;

  • Kenmerkende lintbebouwing;

  • De aanwezigheid en zichtbaarheid van historische- en cultuurhistorische elementen wat Nuenen een pittoreske uitstraling geeft;

  • Het goed bewaarde pittoreske dorpscentrum van Nuenen (beschermd dorpsgezicht) met veel voorzieningen zoals cafés en restaurants;

  • Gevarieerd woningaanbod, langs de historische linten en in de uitbreidingswijken;

  • Nuenen is goed ontsloten met de omgeving.

Landschap

Het landschap is in te delen in vier verschillende landschapstypen: het jonge kampenlandschap, beekdallandschap, broekontginningslandschap en oud hoevenlandschap. De ligging van de kernen Nuenen, Gerwen en Nederwetten is gebaseerd op het landschap en vormt een relatie met de landschapstypen. Bovenstaande interactieve figuur geeft een aantal historische kaarten weer, waarop de historische ontwikkeling van Nuenen is te zien. De verschillende landschapstypen hebben elk hun eigen uitstraling en eigenschappen. De grenzen tussen de landschappen zijn gedurende de jaren vervaagd, onder andere door ruilverkaveling, verstedelijking, schaalvergroting en technische hulpmiddelen zoals drainage en peilbeheer van het grondwater. Het behoud en de versterking van de eigenschappen en kwaliteiten van de verschillende landschapstypen draagt bij aan de kernkwaliteiten van Nuenen.

Overslaan: Interactieve content (iframe)

De interactieve content hieronder is mogelijk niet toegankelijk.

Interactieve kaart landschapstypen gemeente Nuenen, klik in de legenda voor foto's van een landschapstype

Jong kampenlandschap (Jonge ontginningen)

Dit gebied bevindt zich vooral aan de oostkant van Nuenen, op de hoger gelegen gronden, en is pas relatief laat in gebruik genomen De heide werd verwijderd om het areaal landbouwgrond en productiebos uit te kunnen breiden. Doordat het gebied relatief droog was, waren weinig afwateringsloten nodig. Hierdoor is dit gebied nu vooral herkenbaar door de grote, recht verkavelde percelen en de hoger gelegen bospercelen met vooral grove den en spar. De wegen zijn recht met verspreide bebouwing. De kavels staan vaak recht op de ontginnings-as.

De belangrijkste kwaliteiten van de jonge ontginningen zijn:

  • Grootschalige bospercelen met extensieve recreatieve mogelijkheden;

  • Ecologisch waardevolle noord-zuid natuurverbinding (NNB) met afwisselend droge en natte natuur;

  • Efficiënte en grote kavels geschikt voor landbouw;

  • Deels natuurgebied, deels productiebos, deels agrarisch;

  • De bospercelen hebben een grote CO2 opnamecapaciteit.

Beekdallandschap (Kleine Dommel en Dommel)

Het beekdallandschap is ontstaan door de aanwezigheid van de Dommel. Via een stelsel van sloten, greppels en beekjes wordt de Dommel gevoed met regenwater en kwel (grondwater dat uit de bodem omhoog komt) uit het gebied. Het beekdal wordt gekenmerkt door een kronkelende Dommel met daar omheen een zeer onregelmatig verkaveld landschap, vaak haaks op de beek. Vanwege de natheid van het gebied rondom de Dommel zijn de kavels klein, zodat goed ontwaterd kon worden. De kavels werden omsloten met beplanting als kavelscheiding of om schaduw te bieden aan het vee. In het landschap bevinden zich kleinschalige landschapselementen en cultuurhistorische elementen als molens en boerderijen. In het beekdal van de Kleine Dommel of Rul vinden we o.a. de Hooidonkse watermolen, de Opwettense watermolen (1306) en de Collsche watermolen (met molenaarshuis; vroegste vermelding 1335). Rondom het beekdal liggen de hogere gronden. Hierop liggen de historische wegen met bijbehorende lintbebouwing. Deze lintbebouwing is aan de westzijde van het beekdal grotendeels verdwenen door de stedelijke uitbreidingen rondom Eindhoven. Het beekdal doet dienst als recreatief gebied voor zowel Eindhoven als Nuenen.

De belangrijkste kwaliteiten van het beekdallandschap zijn:

  • Kleinschalig extensief recreatielandschap met open en gesloten gebieden;

  • Ecologisch waardevolle noord-zuid natuurverbinding (NNB) met vooral natte natuur;

  • Recreatieve schakel en verbinding tussen Nuenen en Eindhoven;

  • Waterbergingsfunctie van de Dommel en de Kleine Dommel;

  • Het gebied is door zijn oudheid rijk aan cultuurhistorische elementen en verhalen;

  • Door de hoge vochtigheid heeft het een temperende werking op klimaat.

Oud hoevenlandschap (Oude ontginningen)

Het ontstaan van het landschap van de oude ontginningen gaat ver terug naar de tijd van de intrede van de landbouw en veeteelt. De hoge en droge gronden vormde de ideale basis voor landbouw. Het landschap van de oude zandontginningen is een halfopen, kleinschalig landschap met onregelmatige, organisch gevormde wegen en een onregelmatig blok-verkavelingspatroon. Er is een grote diversiteit aan landschapselementen zoals onder andere lanen, houtwallen, bomenrijen en solitaire bomen. Door deze landschapselementen zijn ook de open ruimten gevarieerd in omvang en vorm. Daarnaast maken ook de, door een specifieke ploegwijze ontstane, bolle akkers deel uit van dit landschap. Deze akkers zijn de restanten van de eerste landbouw in dit gebied. Deze akkers werden bemest door het opbrengen van schapenmest en heideplaggen.

De belangrijkste kwaliteiten van de oude ontginningen zijn:

  • Aaneenschakeling van verschillende landschappelijke karakteristieken maakt het ecologisch interessant;

  • Herbergt een aantal historische bolle akkers;

  • Bevat een kronkelig wegenpatroon, veelal voorzien van laanbeplanting;

  • De verkaveling is kleinschalig en onregelmatig geroeid;

  • Verspreide bebouwing met transparante bebouwingslinten, met doorzichten richting het beekdal en de dorpsranden;

  • Het gebied is door zijn oudheid rijk aan cultuurhistorische elementen en verhalen.

Broeklandschap (Hooidonksche Beek en Prinsche Wetering)

Voor de ontginningen, die van de 18e tot de 20e eeuw plaatsvonden, bestond dit gebied vooral uit moeras en nat bos. Nat bos heeft een grote meerwaarde voor de biodiversiteit en komt rondom Nuenen meer voor dan droge bostypen. De moeraszones werd gevormd door de natuurlijke laagtes in het landschap in combinatie met kwel en de wateraanvoer van de Hooidonksche Beek en Prinsche Wetering. Het broeklandschap gebied was vroeger overstromingsvlakte voor de Dommel en heeft deze functie nog steeds. Het landschap zoals we dat nu kennen is ontstaan door de omvorming van de moeraszone, voedselrijk bos en natte voedselrijke gronden naar agrarische gronden. Deze gronden werden, vanwege natte eigenschappen, voornamelijk gebruikt voor veeteelt. Het landschap is kleinschalig en organisch.

In het landschap zijn nog elementen zichtbaar van rabattenbossen, dit zijn langwerpige ophogingen die gelegen zijn tussen greppels. Dit werd gedaan om droge stroken te verkrijgen op de natte gronden. De rabatten werden toegepast voor de productie van hout.

De belangrijkste kwaliteiten van het Broeklandschap zijn:

  • Intiem (nat) bosgebied met extensieve recreatie;

  • Landschappelijk uitloopgebied aan de noordzijde van de kern Nuenen;

  • De bosgebieden en natuurlijk beplante kavelgrenzen zijn ecologisch waardevol;

  • Wegen zijn voorzien van laanbeplanting;

  • Met name agrarisch weidegebied afgewisseld met bospercelen.