Sturingsfilosofie en rolverdeling

De sturingsfilosofie gaat over de rolverdeling tussen de gemeente en de samenleving. Deze is de afgelopen jaren veranderd. In een complexe en snel veranderende samenleving met goed geïnformeerde inwoners zijn visies en plannen niet langer een blauwdruk, maar vooral een uitnodiging om te komen met (innovatieve) oplossingen voor het bewaren van de juiste balans.

In het onderstaande schema zijn de sturingsvormen onderscheiden in vier kwadranten. Een overheid kan de nadruk leggen op het behalen van resultaten of op het creëren van de benodigde randvoorwaarden, zoals te zien op de verticale as. De horizontale as maakt een onderscheid in de betrokkenheid van de samenleving bij de doelstellingen van de gemeente.
 

In Nuenen is er een verschuiving in overheidssturing waarneembaar naar de twee rechtse kwadranten. Dit is bijvoorbeeld te zien aan:

  • De grote zelfredzaamheid van de inwoners van Nuenen.

  • De sterke sociale cohesie met een rijk verenigingsleven en vele vrijwilligers.

  • De sterke betrokkenheid van inwoners bij de vorming van beleid.

  • Samenwerkingsverbanden met inwoners waarin Nuenen soms vooroploopt, zoals bij de aanleg van het eerste glasvezelnetwerk in Nederland en het oprichten van één van de eerste energiecoöperaties voor lokale en duurzame energie.

  • Burgerinitiatieven waarbij zelf inwoners zelf onderzoek doen naar de luchtkwaliteit (AiREAS).

  • De verschuiving van een actief naar een faciliterend gemeentelijk grondbeleid.

Vasthouden wat moet, loslaten wat kan
Als algemeen uitgangspunt voor de sturingsfilosofie wordt genomen dat de gemeente ruimte biedt aan de samenleving om eigenaarschap en invulling te geven aan de fysieke leefomgeving. De rolverdeling tussen gemeente en samenleving is wisselend. Per onderwerp, project of initiatief zoeken we naar de meest geschikte vorm. Alle vormen van sturing zullen nodig zijn onder het motto: “vasthouden wat moet, loslaten wat kan”.